Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hor·lo·ge·ket·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord horlogeketting horlogekettingen
verkleinwoord horlogekettinkje horlogekettinkjes

Zelfstandig naamwoord

de horlogekettingv / m

  1. een ketting waaraan een horloge gedragen wordt
Vertalingen

Gangbaarheid