hoorzitting
- Geluid: hoorzitting (hulp, bestand)
- hoor·zit·ting
- samenstelling van hoor ww en zitting
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoorzitting | hoorzittingen |
verkleinwoord | hoorzittinkje | hoorzittinkjes |
de hoorzitting v
- (politiek) een zitting waarin belanghebbenden hun mening kunnen uiten ten overstaan van een overheidsinstelling over een te nemen besluit
- De hoorzitting was erg druk bezocht.
- (juridisch) een zitting waarin belanghebbenden hun mening kunnen uiten ten overstaan van een rechter
- ▸ Hij zou zijn eerste hoorzitting gaan voeren, met de eis te winnen, ongeacht welke advocaat de tegenpartij had gemobiliseerd. Op dat punt was Henning heel duidelijk geweest, er was geen ruimte voor gepruts.[1]
- Het woord hoorzitting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoorzitting" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be