hoornmestkever
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- hoorn·mest·ke·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoorn zn en mestkever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoornmestkever | hoornmestkevers |
verkleinwoord | hoornmestkevertje | hoornmestkevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de hoornmestkever m
- (kevers) insect uit de geslacht Onthophagus van bladsprietkevers uit de onderfamilie Scarabaeinae . De wetenschappelijke naam van dit geslacht werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 1802 door Pierre André Latreille. De geslachtsnaam is afgeleid van het Grieks en betekent zoveel als "mest[onthos]-eter[phagos]"
Hyperoniemen
- hoornmestkevers, pillendraaiers, bladsprietkevers, kevers, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- Indien hoornmestkever wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep hoornmestkevers zie dan Hyponiemen hoornmestkevers
Gangbaarheid
- Het woord 'hoornmestkever' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.