hooischuur
- Geluid: hooischuur (hulp, bestand)
- hooi·schuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooischuur | hooischuren |
verkleinwoord | hooischuurtje | hooischuurtjes |
- grote opslagruimte voor gedroogd gras
- ▸ Toen zij zich gewassen en verkleed hadden, gingen zij naar de keurig geveegde hooischuur, waar de koetsiers een bed voor de heren hadden gespreid.[2]
- ▸ In Praag is de dierentuin gesloten vanwege stormschade. De dieren zijn niet in gevaar geweest, schrijft de dierentuin op Facebook. Maar er zijn wel veel bomen omgewaaid en een hooischuur is beschadigd.[3]
- koe met een opgezwollen buik
- Het woord hooischuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron “Zes doden door storm in Duitsland, Tsjechië en Polen” (29-10-2017), NOS