Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·pro·duc·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoogproductief hoogproductiever hoogproductiefst
verbogen hoogproductieve hoogproductievere hoogproductiefste
partitief hoogproductiefs hoogproductievers -

Bijvoeglijk naamwoord

hoogproductief

  1. van een persoon dat hij of zij veel werk ken verzetten
  2. van een activiteit dat het veel producten oplevert
  3. van een land dat er een hoge arbeidsproductiviteit is
     "Mensen die alleen flexcontracten kunnen krijgen, leven zelfs korter", zegt hij. "En dan hebben we het niet over één of twee jaar, maar zes of zeven." En als Nederland een hoogproductief land wil zijn, is dit ook geen goede aanpak, vindt Borstlap. "Flexwerkers zijn alleen maar bezig met: wat is straks m'n volgende baan? En niet met investeren in zichzelf. We waren bezig een lagelonenland te worden."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nederland kampioen flexwerken: werknemers én werkgevers willen er vanaf” (Vrijdag 3 september 2021, 22:46), NOS