• hoog·druk
enkelvoud meervoud
naamwoord hoogdruk hoogdrukken
verkleinwoord - -

de hoogdrukm

  1. grafische techniek waarbij inkt op de verhoogde delen van een drukvorm wordt aangebracht om daarvan een afdruk te maken
     Bij de stereotypie wordt van de drukvorm een matrijs gemaakt, die noodzakelijkerwijs hol is, omdat de drukvorm hoogdruk bevat. Als de matrijs gedroogd of gestold is, wordt hierin een metalen massa gegoten, die dan weer in hoogdruk de oorspronkelijke zetvorm weergeeft. De plaat die dan ontstaan is (stype, stereotype), wordt voor het drukken gebruikt. Deze plaat of de matrijs wordt bewaard om opnieuw te dienen voor afdrukken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. hoogdruk op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “Naar de letter. Handboek editiewetenschap.”, 3e druk (2003), Constantijn Huygens Instituut, Den Haag, ISBN 9076832080, p. 208