• hoofd·wond
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdwond hoofdwonden
verkleinwoord hoofdwondje hoofdwondjes

de hoofdwondv / m

  1. (medisch) een wond aan de hoofdhuid die meestal erg bloedt omdat de hoofdhuid zeer goed doorbloed is
    • Toen hij met zijn hoofd tegen de balk stootte liep hij een hoofdwond op. 
99 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]