Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·ei·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdeiland hoofdeilanden
verkleinwoord hoofdeilandje hoofdeilandjes

Zelfstandig naamwoord

het hoofdeilando

  1. (aardrijkskunde) het grootste en belangrijkste eiland van een groep eilanden
     De Marker Wadden bestaan uit vijf eilanden, waarvan het hoofdeiland van 250 hectare groot bezocht kan worden. De eilanden moeten ervoor zorgen dat de natuur in het Markermeer gevarieerder wordt.[1]
     De veerboot is een hogesnelheids-draagvleugelboot, die op verhoogde vinnen drijft en zo boven het water zweeft. Het schip was op weg van Niigata op hoofdeiland Honshu naar het eiland Sado toen de 121 passagiers werden opgeschrikt door een harde klap.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eerste veerboot vertrekt naar Marker Wadden” (20-04-2019), NOS
  2.   Weblink bron “Veel gewonden op Japanse veerboot door botsing met walvis” (09-03-2019), NOS