• ho·nig·hei
enkelvoud meervoud
naamwoord honighei
verkleinwoord

de honigheiv / m

  1. Calluna vulgaris   struik van 10 tot 100 cm hoogte die de gewone heide vormt
24 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be