• ho·nig
enkelvoud meervoud
naamwoord honig
verkleinwoord

de honigm

  1. (imkerij) honing
    • Iedereen denkt dat honig heel gezond is, maar het is natuurlijk vooral heel veel suiker. 
61 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be