• hond·je
  • afgeleid van  hond zn  met het achtervoegsel -je
    • [2] kan verwijzen naar de oppervlakkige gelijkenis tussen verplaatsing op vier wielen of vier poten en naar het verleden waarin honden als trekdier werden gebruikt
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord hondje hondjes

het hondjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hond
     Honden zijn bijvoorbeeld duurder dan katten en een klein hondje is goedkoper dan een herdershond.[1]
  2. alleen verkleinwoord (figuurlijk) (gereedschap) plank met daaronder vier kleine zwenkwielen voor het verplaatsen van zware, grote zaken, bijvoorbeeld meubels
     Of verhuizen een zwaar beroep is? “Heb je wel eens een wasmachine naar zolder getild”, antwoordt Noël. De hulpmiddelen, zoals het ‘hondje’, zijn belangrijk.[2]
  1.   Weblink bron
    Anne Vegterlo
    “Hondje ziek? Kassa!” (20 februari 2016) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie “In beeld: verhuizer” (11 april 2019) op tonmagazine.nl