honderdzeventienjarig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ze·ven·tien·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen honderdzeventienjarig
verbogen honderdzeventienjarige
partitief honderdzeventienjarigs

Bijvoeglijk naamwoord

honderdzeventienjarig

  1. 117 jaren durend
    • Gedurende dit honderdzeventienjarig tijdperk heerste er vrede. 
  2. met de leeftijd van 117 jaar
    • Het honderdzeventienjarig vrouwtje is nu de oudste mens ter wereld. 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid