honderdenzevenenveertig
0 | 1 | 4 | 7 |
honderdenzevenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdenzevenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈzevənənˌfertəx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'honderdennegenenveertig': /ˌhɔndərtɛnˈzøvənənˌfertəx/
- hon·derd·en·ze·ven·en·veer·tig
honderdenzevenenveertig
- "147", langere vorm van honderdzevenenveertig, honderd plus zevenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdenzevenenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenzevenenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdzevenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenzevenenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdenzevenenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'honderdenzevenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)