honderdennegenenveertig

Nederlands

0	1	4	9

honderdennegenenveertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  honderdennegenenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌhɔndərtɛnˈneɣənənˌfertəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• hon·derd·en·ne·gen·en·veer·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  honderd ht,   en vw  en  negenenveertig ht 

Hoofdtelwoord

honderdennegenenveertig

1. "149", langere vorm van honderdnegenenveertig, honderd plus negenenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft honderdennegenenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdennegenenveertig. 

Synoniemen

• honderdnegenenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdennegenenveertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• honderdennegenenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "honderdennegenenveertig" ht als linkerdeel

• honderdennegenenveertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'honderdennegenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.