honderdenzevenentachtig
0 | 1 | 8 | 7 |
honderdenzevenentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdenzevenentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtɛnˈzevənənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'honderdennegenentachtig': /ˌhɔndərtɛnˈzøvənənˌtɑxtəx/
- hon·derd·en·ze·ven·en·tach·tig
honderdenzevenentachtig
- "187", langere vorm van honderdzevenentachtig, honderd plus zevenentachtig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft honderdenzevenentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot honderdenzevenentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdzevenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "honderdenzevenentachtig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "honderdenzevenentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'honderdenzevenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)