honderddriejarig
- Geluid: honderddriejarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈdrijarəx / (5 lettergrepen)
- hon·derd·drie·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderddrie ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderddriejarig |
verbogen | honderddriejarige |
partitief | honderddriejarigs |
honderddriejarig
- 103 jaren durend
- Gedurende dit honderddriejarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 103 jaar
- Het honderddriejarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker.
- Het woord 'honderddriejarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.