honderdachtjarig
- Geluid: honderdachtjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈɑxtjarəx / (5 lettergrepen)
- hon·derd·acht·ja·rig
- samenstellende afleiding van honderdacht ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | honderdachtjarig |
verbogen | honderdachtjarige |
partitief | honderdachtjarigs |
honderdachtjarig
- 108 jaren durend
- Gedurende dit honderdachtjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 108 jaar
- Het honderdachtjarig vrouwtje was niet onder de indruk van de inbreker.
- Het woord 'honderdachtjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.