hondenkennel
- hon·den·ken·nel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenkennel | hondenkennels |
verkleinwoord |
de hondenkennel m
- onderkomen voor een of meer honden
- ▸ Rond de villa van de kampcommandant worden een paar kleinere opgravingsputten aangelegd om de sporen en resten van de inrichting van de tuin in kaart te brengen, zoals paadjes, een schuur, de kas en een hondenkennel. De archeologen hopen materiaal te vinden dat door Albert Gemmeker, de SS-commandant die van 1942 tot 1945 in de villa woonde, of door zijn Joods 'personeel' is verloren of verstopt.[2]
- ▸ Voor de derde keer in korte tijd is er een ondergrondse hennepkwekerij in zeecontainers ontdekt. De politie heeft in het Friese dorp Finkum een plantage opgerold onder een hondenkennel.[3]
- Het woord hondenkennel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Archeologisch onderzoek Westerbork begonnen” (Dinsdag 6 december 2011, 12:48), NOS
- ↑ Weblink bron “Weer ondergrondse wietplantage opgerold” (Woensdag 10 maart 2010, 18:05), NOS