homoachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  homoachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ho·mo·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van homo met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	homoachtig	homoachtiger	homoachtigst
verbogen	homoachtige	homoachtigere	homoachtigste
partitief	homoachtigs	homoachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

homoachtig

1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van homo's

   • Was homoachtig vroeger een scheldwoord tegenwoordig staat het veel meer voor het hebben van een goede smaak. 

Synoniemen

• verwijfd

Gangbaarheid

• Het woord homoachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.