hommelbij
- hom·mel·bij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hommelbij | hommelbijen |
verkleinwoord | hommelbijtje | hommelbijtjes |
- (dierkunde) (imkerij) mannetjesbij, dar
- Het woord hommelbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hommelbij" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be