[2] holsteiner
  • hol·stei·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord holsteiner holsteiners
verkleinwoord

de holsteinerm

  1. (veeteelt) bepaald zwartbont runderras voor de melkveehouderij
     Ook behaalde hij eens in één seizoen het regionaal, provinciaal én nationaal kampioenschap. Steeds met de roodbonten. " En die hadden 't moeilijk met de opkomst van de zwartwitte Holstein-koe" , vertelt Kampkuiper. "De Holsteiner gaf meer melk. Ik wilde laten zien dat ook roodbont een prima productiekoe is. Daarom is de Holsteiner ingekruist. En inmiddels is de roodbonte koe weer helemaal terug.[1]
  2. (paardrijden) bepaald paardenras
     Schröder was met de Holsteiner ruin New Orleans een van de vier combinaties die in de barrage foutloos rondgingen. De Canadees Eric Lamaze en de Duitser Christian Ahlmann waren sneller dan de Tubberger.[2]
     Zo 'bestelde' de paardenminnende koningin Elizabeth bij haar bezoek aan Bonn in 1978 twee paarden: een bruine Holsteiner van 167 tot 169 centimeter ("niet te licht, zeker niet te donker") en een schimmel van 166 tot 168 centimeter ("zo mogelijk wit, in elk geval niet vies grijs"). Kosten: omgerekend 60.000 euro.[3]


  1.   Weblink bron “Roodbont rode draad in leven van Kampkuiper” (7 december 0019), Tubantia
  2.   Weblink bron “Schröder klimt naar derde plaats” (vrijdag 29 april 2011, 18:21), NOS
  3.   Weblink bron
    Charlotte Waaijers
    “Groots onthaal met primeurs voor koning Charles in Duitsland” (woensdag 29 maart 2023, 12:15), NOS