• hoe·ve
  • In de betekenis van ‘boerderij’ voor het eerst aangetroffen in 889 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hoeve hoeven
hoeves
verkleinwoord hoevetje hoevetjes

de hoevev / m [3] [4]

  1. (landbouw) boerderij
vervoeging van
hoeven

hoeve

  1. aanvoegende wijs van hoeven
96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]