hoenderkoeten
- (IPA in voorbereiding)
- hoen·der·koe·ten
- samenstelling van hoender zn en koeten zn
- hoenderkoet zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoenderkoeten | |
verkleinwoord |
de hoenderkoeten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hoenderkoet
- meervoudsvorm als officiële benaming (eendvogels) Anhimidae een familie van vogels uit de orde van de eendvogels. De familie telt 3 soorten, die uitsluitend in Zuid-Amerika voorkomen. Deze vogels hebben tussen hun tenen bijna geen zwemvliezen. Zijdelings van de vleugels hebben ze een paar scherpe sporen
- [2] eendvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'hoenderkoeten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.