hoekgraad
- hoek·graad
- samenstelling van hoek en graad [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoekgraad | hoekgraden |
verkleinwoord | hoekgraadje | hoekgraadjes |
de hoekgraad m
- (wiskunde) een eenheid voor het vastleggen van de hoekgrootte, 1/90 van een rechte hoek
- Het woord hoekgraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.