hoekbank
  • hoek·bank
enkelvoud meervoud
naamwoord hoekbank hoekbanken
verkleinwoord

de hoekbankv / m

  1. (meubel) een zitbank met twee zittingen die in een hoek t.o.v. elkaar staan
    • Een hoekbank, twee grote fauteuils en een 40 inch televisie en zelfs indien gewenst een badkamer. Toch hebben we het hier niet over een woonkamer, maar over een ‘busje’. Het Amerikaanse Becker Automotive Designs tovert de Mercedes Sprinter om tot een soort privéjet voor de openbare weg.[2] 
    • Hij zit daar verschanst in het hoekje van de hoekbank met een dik boek op schoot en naast hem z’n iPod, iPad, iPhone en aaiPoes (althans tot voor kort, want het arme beestje hebben we helaas voor de vakantie moeten laten inslapen).[3] 
    • Er is echter ook steeds meer vraag naar het basispakket voor 193 euro inclusief btw per maand", vertelt Oraile. "We leveren dan een hoekbank, salontafel, televisiemeubel, eettafel, vier eettafelstoelen, een eenpersoonsbed en twee matrassen.[4] 
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf WOUTER SPANJAART | AUTOVISIE 27 mei 2016
  3. de Telegraaf 12 sep. 2014
  4. de Telegraaf YVONNE FLOOR 18 dec. 2013
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be