Nederlands

 
1. & 2. Op deze foto van een "grote hoefijzerneus" Rhinolophus ferrumequinum   is in het midden zijn hoefijzerneus goed te zien.
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoef·ij·zer·neus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoefijzerneus hoefijzerneuzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hoefijzerneusm

  1. (vleermuizen) benaming voor vliegende zoogdieren uit de familie Rhinolophidae  
     Deze dwergvleermuisjes konden er niets aan doen dat aan de andere kant van de wereld een hoefijzerneus een gevaarlijk virus via een ander dier op mensen had overgebracht, maar het schattige was er wel een beetje vanaf.[1]
  2. (zoötomie) aanhangsel op de neus van vleermuizen uit de familie Rhinolophidae  
     Veel vleermuizen zien ook geen verschil in de grootte van die prooien. (…) Maar grote hoefijzervleermuizen horen wel verschillen. Dat komt door hun vreemd gerimpelde hoofden met superoren. Toch vangen ze niet zomaar het grootste wat ze voor de hoefijzerneus komt. Ze rekenen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Martine Kamsma
    “Gaan we nu blijvend lokaler en duurzamer eten?” (3 juni 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Frans van der Helm
    “Vleermuizen kunnen heel goed boekhouden” (26 maart 2011) op nrc.nl