hockeyblessure
  • hoc·key·bles·su·re
enkelvoud meervoud
naamwoord hockeyblessure hockeyblessuren
hockeyblessures
verkleinwoord

de hockeyblessurev

  1. (sport) (medisch) een verwonding die men door hockeyen heeft gekregen
    • In wedstrijd- en groepsverband met een houten stok zo hard mogelijk tegen een keiharde bal slaan: het is een wonder dat er niet meer hockeyblessures zijn.