hockeyblessure
- hoc·key·bles·su·re
- samenstelling van hockey zn en blessure zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hockeyblessure | hockeyblessuren hockeyblessures |
verkleinwoord |
de hockeyblessure v
- (sport) (medisch) een verwonding die men door hockeyen heeft gekregen
- In wedstrijd- en groepsverband met een houten stok zo hard mogelijk tegen een keiharde bal slaan: het is een wonder dat er niet meer hockeyblessures zijn.
- Het woord hockeyblessure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.