• hjem·me·ba·ne
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden hjemme en bane.
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hjemmebane     hjemmebanen     hjemmebaner     hjemmebanene  
genitief   hjemmebanes     hjemmebanens     hjemmebaners     hjemmebanenes  


hjemmebane, m

  1. (sport) het eigen speelveld
  2. (figuurlijk) het eigen vakgebied, het eigen speelveld
  • på hjemmebane
op zijn / hun eigen speelveld