• hip·pie-ach·tig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hippie-achtig hippie-achtiger hippie-achtigst
verbogen hippie-achtige hippie-achtigere hippie-achtigste
partitief hippie-achtigs hippie-achtigers -

hippie-achtig

  1. passend bij de hippie cultuur uit de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw
    • Duin (1975) heeft genoeg gemeenschappelijke ervaringen met de hippie-achtige jongeren op het stadsplein om vriendschap met ze te sluiten, maar uiteindelijk stuit ze steeds weer op de verschillen die duidelijk maken dat ze er nooit werkelijk bij zal horen, zoals Weinberg er ook niet in slaagt werkelijk tot zijn rebellen door te dringen.[1] 
  1. NRC Arjen Fortuin 8 december 2000