herhaalbaar
- Geluid: herhaalbaar (hulp, bestand)
- her·haal·baar
- Naamwoord van handeling van herhalen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | herhaalbaar | herhaalbaarder | herhaalbaarst |
verbogen | herhaalbare | herhaalbaardere | herhaalbaarste |
partitief | herhaalbaars | herhaalbaarders | - |
herhaalbaar
- nog een keer op dezelfde manier te doen, meestal omdat het goed gegaan is
- Om uit de kosten te komen moet het “ten minste twee jaar lang zeven avonden per week vol zitten”, schat De Levita. Dat is naar voorbeeld van het succes van Soldaat van Oranje. Maar of zo’n toevalstreffer herhaalbaar is? Hij lacht: “Ja, het is een enorm risico.”[1]
- Het woord herhaalbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Herien Wensink NRC 2 oktober 2013