• he·ren·rij·wiel
enkelvoud meervoud
naamwoord herenrijwiel herenrijwielen
verkleinwoord

het herenrijwielo

  1. (fietsen) fiets met een horizontale bovenbuis tussen stuur en zadel, speciaal geschikt voor mannen
     Gezaghebbend CDA-politicus, groot kenner van het staatsrecht. Bij het publiek is Piet Hein Donner (61) ook bekend als de fietsende minister. Hij komt dagelijks op zijn herenrijwiel naar het Binnenhof.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Piet Hein Donner (CDA)” (Maandag 11 oktober 2010, 23:39), NOS