hemelhoog
- he·mel·hoog
stellend | |
---|---|
onverbogen | hemelhoog |
verbogen | hemelhoge |
partitief | hemelhoogs |
hemelhoog
- bijzonder hoog
- De hemelhoge schuldenlast werd het lan noodlottig.
hemelhoog
- tot grote hoogte, in uitzonderlijke mate
- In dat stuk werd de nieuwe compositie hemelhoog geprezen.
- Het woord hemelhoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hemelhoog" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be