de heldendood van Jan van Speyk tijdens de Belgische opstand
  • hel·den·dood
enkelvoud meervoud
naamwoord heldendood
verkleinwoord

de heldendoodv / m

  1. het sterven van iemand door het verrichten van een moedige daad
    • Alle meisjes droomden van een huwelijk met een militair. Mijn lievelingsschrijver was Koeprin." Officier worden! In een mooi uniform. Heldendood! Braspartijen met mannen onder elkaar. Vriendschap. Daar verlangde je naar, dat werd met jeugdig enthousiasme ontvangen. Dat werd door je ouders ondersteund. [2] 
    • De oorlog die volgde, twee jaar nadat Rathenau dit schreef, leidde tot nog meer druk op de idee van het unieke ik, was zelfs een ramp voor dat individuele ik aangezien datgene waardoor het zich kon handhaven, het heroïsme, onmogelijk werd door de mechanisatie van de wapens: heldenmoed, verstand, strijdlust, vindingrijkheid speelden geen rol meer ten opzichte van een machinegeweer of in een bommenregen, de dood was willekeurig, de krachten van de oorlog niet manipuleerbaar, de heldendood werd een massale dood. [3]  
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Aleksievic, Svetlana Aleksandrovna
    2015 Het einde van de rode mens vertaald door Jan Robert Braat 2015 ISBN 978-90-234-9802-5 pagina 268
  3. Knausgard, Karl Ove
    Vrouw 2015 ISBN 978-90-445-3227-2 pagina 684