Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • hei·des·daags
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

heidesdaags

  1. (tijdrekening) heden, heden ten dage, tegenwoordig, thans, vandaag
    «Well, heidesdaags iss sell net meh die Ruul.»
    Nou ja, vandaag is dit niet langer de regel.
Schrijfwijzen
Opmerkingen