heelbaar
- heel·baar
- Naamwoord van handeling van helen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | heelbaar | heelbaarder | heelbaarst |
verbogen | heelbare | heelbaardere | heelbaarste |
partitief | heelbaars | heelbaarders | - |
heelbaar
- wat geheeld (=genezen) kan worden, wat gerepareerd kan worden
- Al deze voorbeelden hoeven niet onvermijdelijk te leiden tot de conclusie dat de taal ziek is. In de taal is er niets wat met een beetje nadenken niet heelbaar is. Zelfs de kennis van wiskunde is daarvoor niet nodig, al zal die, vermoed ik, wel helpen. [1]
- Het woord heelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ J. L. Heldring NRC 4 september 1990