Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • head·hun·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘iem. die kaderpersoneel selecteert’ voor het eerst aangetroffen in 1987 [1]
  • uit het Engels head en hunter [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord headhunter headhunters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de headhunterm

  1. (beroep) iemand die geschikt leidinggevend personeel zoekt en selecteert
    • Vermeeren-Keijzers: „In Amerika is een balans tussen mannen en vrouwen in de top gewoon onderdeel van je businessmodel; het getuigt van goed ondernemerschap.” Headhunters zouden volgens haar een cruciale rol kunnen spelen om meer vrouwen in de top te krijgen. „Maar die blijven op een enkeling na ernstig achter. Ze roepen dat ze geen goede vrouwen kunnen vinden, maar volgens mij moeten ze gewoon beter zoeken.” Ze heeft ook een boodschap voor vrouwen die zich uitspreken tegen quota omdat ze anders een ‘excuus-trut’ zijn: „Zij kunnen wel het verschil maken. Als je gelooft in je eigen kunnen, is dat geen issue.” [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen