Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hbs
enkelvoud meervoud
naamwoord hbs hbs'en
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hbsv / m

  1. (onderwijs) (geschiedenis) (letterwoord), (afkorting) tot 1968 school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs zonder klassieke talen. Na de invoering van de Mammoetwet (1968) werd de hbs opgevolgd door enerzijds de vijfjarige havo en anderzijds het zesjarige vwo (met daarin, als meer directe opvolger van de HBS, het zesjarige atheneum, naast het vanouds bestaande gymnasium)
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be