hazenstrik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hazenstrik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ha·zen·strik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hazenstrik | hazenstrikken |
verkleinwoord | hazenstrikje | hazenstrikjes |
Zelfstandig naamwoord
- strik of strop voor het vangen van hazen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'hazenstrik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hazenstrik" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be