Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vo-exa·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havo-examen havo-examens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het havo-exameno

  1. (onderwijs) het examen dat je moet halen voordat je een havo-diploma ontvangt

Gangbaarheid