• ha·ven·wet·hou·der
enkelvoud meervoud
naamwoord havenwethouder havenwethouders
verkleinwoord

de havenwethouderm

  1. (politiek) wethouder in een havenstad die gaat over zaken die betrekking hebben op de haven
     Volgens havenwethouder Jeannette Baljeu laten de cijfers de aantrekkelijkheid zien van de regio Rotterdam voor ondernemers. Ze wijst op de samenwerking door gemeenten in de regio, de grootste haven van Europa, en tal van dienstverlenende bedrijven en infrastructuur.[1]
     Een geintje is het. Het campagnefilmpje van de Antwerpse havenwethouder Marc van Peel. In dat filmpje gooit hij een Nederlander in het water omdat die vervelend doet over de Antwerpse haven. De havenwethouder zegt dat zijn opmerkelijke campagnefilmpje bedoeld was als een persiflage op de "irritante" opstelling van Nederland de afgelopen jaren.[2]


  1.   Weblink bron “Rotterdam trekt nieuwe bedrijven” (Woensdag 20 februari 2013, 10:47), NOS
  2.   Weblink bron “'Gooit u mij ook in de plomp?'” (Vrijdag 21 september 2012, 18:42), NOS