havanna
- ha·van·na
- via Frans havane van habano "uit Havanna, de hoofdstad van Cuba", in de betekenis van ‘sigaar’ voor het eerst aangetroffen in 1839 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | havanna | havanna's |
verkleinwoord | havannaatje | havannaatjes |
- grote, dure Cubaanse sigaar
- Wat roept zoiets nou op bij een neutrale toeschouwer?' zei Breukhout toen ze weer in de auto zaten. Hij hief de hand met de sigaar op van het stuur, wees vaag naar zichzelf en plooide peinzend zijn lippen. 'Een toeschouwer die zich natuurlijk niet te veel neutraliteit kan permitteren gezien het medium waaraan hij zijn nederige diensten heeft aangeboden, en dat hem in ruil daarvoor in staat stelt havanna's te roken en,' hij klopte op zijn binnenzak, `op kosten van de firma rijkelijk dure whisky te drinken. Ja, wat roept zoiets op? [4]
- Cubaanse tabak
1. grote, dure Cubaanse sigaar
- Het woord havanna staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "havanna" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ havanna op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "havanna" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lau, ThéJuliette 2014 ISBN 978-90-488-2133-4 pagina 133
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be