• hart·vlies
enkelvoud meervoud
naamwoord hartvlies hartvliezen
verkleinwoord

het hartvlieso

  1. (anatomie) een vlies dat het hart aan de buitenkant bekleedt
     Het begon met vermoeidheid. Daarna volgde een ontsteking van het hartvlies. Toen een ontstoken lever. Artsen konden maar niet achterhalen waar al die klachten vandaan kwamen: "Als je eens wist wat ik allemaal al geslikt heb de afgelopen jaren", verzucht Patrick Dekkers (40).[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nieuwe test spoort Q-koorts beter op” (Dinsdag 9 december 2014, 13:48), NOS