• hart·func·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord hartfunctie hartfuncties
verkleinwoord

de hartfunctiev

  1. (medisch) de werking van het hart; het functioneren van het hart
     Patiënten die op de intensive care van het Radboud-ziekenhuis in Nijmegen liggen, kunnen voortaan sneller van de beademing af. Het ziekenhuis kan sinds kort door constant de long- en hartfunctie te controleren precies bepalen wanneer een patiënt van de beademing af kan.[2]
     Verder tilt het Openbaar Ministerie volgens Karga te zwaar aan de hartklachten die een vrouw uit Enschede aan haar gijzeling heeft overgehouden. Er is geen sprake van zwaar lichamelijk letsel omdat een arts heeft verklaard dat de hartfunctie zich volledig zal herstellen, aldus de advocaat. Bovendien valt niet uit te sluiten dat de vrouw ook zonder gijzeling een hartinfarct had gekregen.[3]
     Hartpatiënten die meedoen aan de Nijmeegse Vierdaagse worden opgeroepen zich te laten onderzoeken tijdens het wandelevenement. Het Radboudumc wil weten hoe deelnemers met een verminderde hartfunctie reageren op zware inspanningen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “IC patiënten Radboud sneller van beademing af” (Woensdag 13 april 2016, 15:02), NOS
  3.   Weblink bron “'Strafeisen gangsterduo zijn buitensporig'” (Vrijdag 6 maart 2015, 14:32), NOS
  4.   Weblink bron
    Dinsdag 17 juni 2014, 14:17
    “Hartpatiënten getest op Vierdaagse” (Vrijdag 6 maart 2015, 14:32), NOS