Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hars·lak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord harslak harslakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de harslakm

  1. een lak of vernis gemaakt van de hars van een boom
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen