harsig
- har·sig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | harsig | harsiger | harsigst |
verbogen | harsige | harsigere | harsigste |
partitief | harsigs | harsigers | - |
harsig [1]
- harsachtig
- een beschrijvende benaming van een smaak die men kan proeven in een drank
- ▸ Hun IPA is er een die laat zien dat zulk bier niet alleen door hipsters gemaakt hoeft te zijn: bitter, stevig, robuust, fruitig en harsig tegelijk.[2]
- ▸ Goedkoper en een snellere weg naar wat men beoogt: een wijn met een overweldigend butterscotcharoma en daarachter dampend tropisch fruit. Op de tong zoveel harsig hout dat ik even aan retsina moest denken.[3]
- Het woord harsig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "harsig" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Raymond van der Laan“Want in de hemel is geen bier” (19 oktober 2018), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron “Eindelijk een chardonnay uit Californië die Onno Kleyn wel aanbeveelt” (5 april 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be