hangplek
- hang·plek
- samenstelling van hang ww en plek [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangplek | hangplekken |
verkleinwoord | hangplekje | hangplekjes |
- plaats in de openbare ruimte waar personen (vooral jongeren en bejaarden) rondhangen
- ▸ Gebroederlijk pakten we elkaars handen vast en liepen de trap op van de enige winkel van het dorp, die ook dienst deed als centrale hangplek voor alle hikers.[2]
- Het woord hangplek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hangplek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ hangplek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be