Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hang·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hangburger hangburgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hangburgerm

  1. persoon die niets nuttigs doet voor de samenleving
  2. persoon die heel geduldig in een wachtrij blijft staan


Antoniemen

Gangbaarheid