Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·le·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  hand zn  en  lezen ww 
  • [1] met de hand als object van het lezen in de zin van "informatie halen uit"
  • [2] met de hand als instrument van het lezen in zin van "selecteren"
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
handlezen


onvolledig

Werkwoord

handlezen

  1. vorm van waarzeggerij waarbij getracht wordt iemands toekomst en karaktereigenschappen af te leiden uit de lijnen en andere kenmerken van zijn hand
  2. (voeding) (historisch) door menselijke inspanning zorgvuldig selecteren (van peulvruchten)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be