• han·dels·we·reld
enkelvoud meervoud
naamwoord handelswereld handelswerelden
verkleinwoord handelswereldje handelswereldjes

de handelswereldv / m [1]

  1. (handel) alles en iedereen die betrokken is bij de handel
     Hij zet zich vol ijver in en leert, energiek als hij is, al gauw de handelswereld kennen.[2]
     Op zijn beurt heeft deze veel respect voor het harde werken van de jongeman en zijn intelligentie waarmee hij heel bedreven raakt in de handelswereld.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1 “Benjamin Franklin De kracht van de attractie” (2023), Uitgeverij Davey Jones Publishing, ISBN 9789464496352