Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·ge·schil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsgeschil handelsgeschillen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het handelsgeschilo

  1. conflict de handel betreffende
     Daar had Schreinemacher internationale handel, interne markt en consumentenbescherming in haar pakket. In oktober ging ze nog mee met een handelsmissie naar de Verenigde Staten om het handelsgeschil over staal en aluminium glad te strijken. Haar uitgangspunt is duidelijk, zo blijkt op haar VVD-pagina: "Onze markt, onze regels."[1]
     Hogan had een van de belangrijkere posten binnen de Europese Commissie. Hij hield zich onder meer bezig met een mogelijke handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië en het handelsgeschil tussen de EU en de Verenigde Staten.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Liesje Schreinemacher neemt ervaring uit Brussel en advocatuur mee naar departement” (Donderdag 6 januari 2022, 18:09), NOS
  2.   Weblink bron “Ierse Eurocommissaris vertrekt na schenden van coronaregels” (Woensdag 26 augustus 2020, 22:07), NOS